Bron: Pixabay
Overal waar je kijkt, zie je nu de lente opkomen. De bruine kikkers hebben al kwakbollen, futen hebben al jongen op de rug, overal zie je hommels zwaar brommend rondvliegen en de citroenvlinders zijn dartelend met hun liefdesspel bezig. Maar er is nog veel meer leven te zien, speenkruid, klein hoefblad, gele kornoelje, pinksterbloem, bleeksporig bosviooltje en bosanemonen steken de bloemhoofden boven het maaiveld uit. Daarnaast zitten de terrassen overal gezellig propvol. Kortom; teveel lentebeleving om op te noemen, het is er ook ineens! De Engelsen hebben volgens mij een treffender woord voor lente: Spring.
Lentetijd is ook aspergetijd
Tja ook de eerste teek heb ik van mijn lichaam moeten verwijderen voor dat deze een maaltijd zou gaan nuttigen. Over maaltijd gesproken de lente is ook de tijd, dat de goudgele lange slungels boven de dijkjes hun fraai gevormde lichamen laten zien. Het seizoen van onze Nederlandse asperges begint zoals elk jaar in april. En in Brabant zie je steeds meer aspergebedrijven ontstaan. Voorheen kwamen de asperges vooral uit Limburg, maar tegenwoordig zie je overal die fraai gevormde dijklichamen ontstaan. Soms vraag ik me wel af of het er niet teveel worden. Met man en macht zijn dan dames en heren bezig zich uit de naad aan het werken om de bestellingen bij te houden. En dat het allemaal snel moet is ook logisch, want rond 24 juni eindigt officieel de aspergetijd. Sommige mensen noemen het de lekkerste groente die er is, maar weer andere hebben niets met die lange slungels.
Kindertijd
Bij mij thuis hadden ze het niet zo breed in mijn kindertijd, maar ergens in de lenteperiode maakte mijn moeder asperges klaar. Haar beroemde recept bestond uit een ei, wat minder doorgekookte aardappelen, botersaus, en opgerolde plakjes ham met daarin heerlijke asperges. Naarmate ik ouder werd kreeg ik ook meer van die asperges met ham op mijn bord. Steevast zei ze erbij: “Geniet er maar goed van, want dit is echt een prinsenmaal”. Nou prins ben ik nooit geworden, maar ik was de koning te rijk als er in de lente zo’n bord met de goudgele groente voorgeschoteld werd.
Echte groente
Laatst zei iemand tegen mij asperges zijn toch geen groente, maar meer wortels. Tja, krijg je die discussie weer. Nou voor mij zijn het groente, want bospenen en andere penen zijn ook groente. De aspergeplanten kwamen in Nederland oorspronkelijk enkel voor langs de grote rivieren, vooral in het midden en noorden, en in de kuststreken. Overigens kwam de wilde asperge niet alleen voor in ons land, maar groeien ze al langer in heel Europa. Men heeft ontdekt dat 5000 jaar geleden de Egyptenaren al asperges kenden. Op afbeeldingen uit die periode is te zien, dat ze asperges offerden aan de goden. Maar het werd pas echt een godenmaaltijd onder de Romeinen. Deze lieden waren helemaal lyrisch over de asperges, en dat niet alleen voor de smaak. Ze kenden de asperges ook geneeskrachtige eigenschappen toe. Dat laatste hadden die Romeinen goed gezien, want geneeskrachtig zijn de asperges nog steeds. Goed voor ons immuunsysteem vanwege de vele vitamines die er in zitten. Suikerpatiënten hebben er baat bij, want de vezelrijke groente zorgt er voor dat er minder schommelingen in de bloedsuikerspiegel zijn.
Drie kleuren
Langzaam kwam deze goudgele goden lekkernij naar ons land. Ondertussen kennen we niet enkel de witte scheuten, maar ook groene en paarse. De authentieke witte scheuten zijn uit het zonlicht gehouden en groeien dus op onder de grond in de bekende dijklichamen. De groene en paarse scheuten zijn naar boven uitgegroeid en hebben wel zonlicht gekregen. Op het moment dat de aspergeplant boven de grond uitkomt, wordt de scheut groen. Groeien die groene asperges nog langer door, dan worden ze paars. Oorspronkelijk kwam deze laatste kleur voornamelijk uit Australië en Nieuw Zeeland, maar worden nu hier ook geteeld.
Bekijk hier het asperge menu.
Benieuwd naar mijn volgende blog? Houd dan de website en onze socials in de gaten.
Liefs,
Boswachter Frans Kapteijns